ENVI II als professionele bowlers
De commissie ENVI II ging afgelopen zondag 1 oktober gezellig bowlen. Ook deze commissie ontmoette elkaar op Den Haag Centraal en brachten voor de activiteit even eerst hun bagage weg. Met de benenwagen liepen ze snel door naar de bowlingbaan om hun tijdslot te halen. Eenmaal aangekomen, kwam de commissie snel op gang. Het was even inkomen voor de deelnemers, maar een paar strikes zijn er wel gegooid. Onder het bowlen, kwamen de commissieleden volop met elkaar in gesprek. Het ging over van alles en nog wat en er hing zeker een goede sfeer (ook al waren er een paar teleurgesteld in hun bowling prestaties). Na een tijdje gebowld te hebben, was het tijd om de tocht naar het restaurant te volbrengen, maar de deelnemers waren meer dan bereid om een stukje te lopen als ze er maar iets lekkers om te eten voor terug kregen. En dat kregen ze zeker. Maar voordat ze mochten aanvallen in een restaurant moesten ze eerst nog even een groepsfoto maken met de commissie. Nadat ze aangekomen waren bij het restaurant konden ze meteen hun burgers en drankjes bestellen, die ook met spoed naar hun tafel gebracht werden.
Natuur moet niet alleen relevant zijn op een zondagmiddag
Bij de commissie ENVI II begon de ochtend van 2 oktober met het tekenen van een stokmannetje. Ja, dat leest u goed, een stokmannetje. Dit was natuurlijk niet alleen om het ijs te breken, maar ook voor iedereen om even zijn leerdoelen voor deze week te visualiseren en om met elkaar tot een conclusie te komen over wat nou een goede mepper maakt. Verder bespraken ze ook wat hun persoonlijke valkuilen waren in relatie tot deze conferentie en hier kwam vaak naar voren dat er toch wel een paar gedelegeerden waren die dachten dat formulering en het spreken zelf een valkuil voor ze zou vormen. Daarnaast realiseerde de gedelegeerde zich dat ze vaak met een tunnelvisie naar hun vraagstuk keken en dat dan bij de plenaire vergadering pas blijkt dat hun IC’s en OC’s eigenlijk niet helemaal kloppen. Na dit besproken te hebben, begonnen ze met het bespreken van de IC’s voor hun vraagstuk: biodiversiteitscrisis in Europa en dan specifiek hoe we ervoor kunnen zorgen, met concrete afspraken, dat de Europese lidstaten de komende jaren de eerder gemaakte afspraken in bijvoorbeeld het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework van de COP15 na kunnen komen.
Het brainstormen over de IC’s ging erg soepel en al snel had de commissie bijna 2 pagina’s gevuld met diverse ideeën en punten waar ze het graag over wilden hebben. Deze commissie en hun gedelegeerden hadden duidelijk veel passie voor het onderwerp en hun punten, want tijdens deze informele brainstormsessie werden er vaak bijna formele debatten gestart die de voorzitter moest afkappen. Toen de gehele zaal tevreden was met de potentiële IC’s in het document, gingen we over op een formele setting om een start te maken met het samenvoegen van de IC’s.
Het was te merken dat de gedelegeerden elkaar op veel vlakken probeerden te helpen. De gedelegeerde van Slowakije legde bijvoorbeeld veel uit aan zijn buurman. De gedelegeerde van Griekenland en de gedelegeerde van Kroatië bracht veel nieuwe en interessante punten naar voren en gaf direct toelichting wanneer hij zag dat niet iedereen zijn gedachtegang kon volgen. Er waren verassend veel unanieme beslissingen over het samenvoegen van IC’s maar er kwam wel een discussie toen er werd geopperd dat biodiversiteit op land en in het water hetzelfde is. Uiteindelijk heeft de commissie toch besloten om land biodiversiteit en water biodiversiteit gescheiden te houden, omdat het toch wel compleet verschillende omgevingen zijn en het heel moeilijk zou worden om een OC te vinden die voor beiden op het land en in het water zou werken. Kortom, er waren voornamelijk twijfels of ze de IC’s grootschalig of kleinschalig moesten maken. Heel veel verschillende en specifieke IC’s zorgen natuurlijk voor heel veel verschillende en specifieke OC’s maar te weinig en onduidelijke IC’s zorgen voor te weinig en onduidelijke OC’s. Uiteindelijk vond de commissie een goede middenweg. Verder werden er redelijk snel beslissingen genomen over wel samenvoegen of niet.
Na een tijdje deze discussie gevolgd te hebben, werd er aangekondigd dat ze ook nog een expert zouden spreken over biodiversiteit om eventuele vragen te stellen om de IC’s beter te kunnen opstellen met feiten van een expert op het vlak. Deze kans grepen de commissieleden dan ook met beiden handen aan. Er werd, naast de vragen over de IC’s, verder gesproken over wat ze nou precies kunnen doen om de biodiversiteit te bevorderen en waarom de Europese lidstaten zich niet aan de afspraken van COP15 kunnen houden. De expert, Hens Runhaar, legde uit dat ondanks dat je meer gebieden aanwijst als natuurgebieden, vergroot dat niet direct de biodiversiteit, hoewel de lidstaten dat lijken te denken. Hij vertelde ook dat ze zich meer zouden moeten focussen op het veranderen van hoe we landbouw doen, namelijk in plaats van intensieve landbouw overgaan op natuurinclusieve landbouw. Dit zou inhouden dat we per plek gaan kijken wat we daar het beste kunnen verbouwen en hoe we dit het beste zouden kunnen doen, bijvoorbeeld in een monocultuur of niet. Ze sloten af met de vraag: Hoe kunnen wij bedrijven stimuleren om biodiversiteit te promoten en zich aan afspraken rondom biodiversiteit te houden? Meneer Runhaar antwoordde dat we de afspraken minder vrijblijvend moeten maken; ze moeten strikter en sterker bindend zijn. Een voorbeeld van hoe we dit kunnen doen is volgens hem door boetes te plaatsen op activiteiten die bedrijven uitvoeren waardoor de biodiversiteit verminderd wordt en dat producten die juist biodiversiteit helpen goedkoper gemaakt worden.
Toen was het alweer tijd voor de lunch. Nadat we hiervan genoten hadden, moesten we weer terug de zaal in om verder te debatteren over de IC’s. Helaas kwam de commissie een beetje in tijdnood door de bijna 2 pagina’s van potentiële IC’s. Dit waren er namelijk, zonder samenvoeging, 83 (!). En die moesten voor het einde van de dag toch wel echt klaar zijn. Dus dat werd even snel doorwerken. De voorzitter besloot om groepjes te vormen in de hoop dat we dan iets sneller door de niet samengevoegde IC’s heen kwamen. Toen de commissie eindelijk klaar was met het bij elkaar groeperen van de IC’s, begon het formuleren van IC’s in de taal die geaccepteerd wordt bij de plenaire vergadering.
ENVI II: de resolutie
Ook bij ENVI II begon de presentatie van de resolutie met het oplezen van de voorgestelde OC’s door de gedelegeerde van Nederland. Dit werd opgevolgd door een voorspeech gegeven door de gedelegeerde van Spanje. Ze begon met het opnoemen van een lijst met bedreigde diersoorten en hoe het uitsterven van deze dieren voor grote problemen kan zorgen in hun ecosystemen. Ook legt ze kort uit wat ze precies willen gaan aanpakken in hun resolutie over de biodiversiteitscrisis. Daarna gingen we door naar één van de ingediende amendementen door de delegatie van Finland. Hij benadrukte dat de tijd van babystapjes nemen, wat betreft deze crisis, voorbij is en hij stelde voor dit te doen door de belasting te heffen op kerosine aangezien dit nu de huidige klimaatdoelen alleen tegenwerkt. De gedelegeerde van Slowakije uit de commissie ENVI II reageerde en vertelde dat dit er direct voor kan zorgen dat families van elkaar gescheiden worden en dat het IC waar een amendement over ingediend was, niet alleen over vliegtuigen ging, maar ook over cruiseschepen. Het amendement werd, met 36 stemmen voor en 97 stemmen tegen, niet aangenomen. De slotspeech werd gegeven door de gedelegeerde van Polen. Hij hamerde erop dat we bezig zijn voor de toekomst van Europa, maar dat we er dan wel voor moeten zorgen dat Europa dan nog bestaat. In verband met het verlies van biodiversiteit door de klimaatcrisis. Hij vatte ook samen wat er nu precies behandeld was in het open debat over de resolutie. Helaas was deze speech niet genoeg om de meerderheid daarvan te overtuigen: met 53 stemmen voor 61 stemmen tegen en 19 onthoudingen is de resolutie van ENVI II niet aangenomen.
Noortje Kleinjan